Eten wat je lichaam snapt…
We hebben ons de afgelopen decennia, als het over voeding gaat, vooral gestort op het uitsluiten of juist extra toevoegen van brand– en bouwstoffen. Herkenbaar?

Zout. Een ingrediënt waar veel aandacht naartoe gaat. Wanneer we er te veel van eten kan dit leiden tot gezondheidsproblemen, zoals een te hoge bloeddruk, nierproblemen en verhoging van het risico op hart-en vaatziekten. Maar is zout alleen maar slecht voor je? En hoe komt het dat we er te veel van eten? 
Waarom je zout nodig hebt
Ondanks dat het geen positief imago heeft, is het wél essentieel voor je gezondheid. Zout bestaat uit de elektrolyten natrium en chloride. Vooral natrium zorgt voor de effecten op het lichaam. Het zorgt er onder andere voor dat: 
-  signalen via de zenuwen doorgegeven kunnen worden (in samenwerking met calcium).
-  je spieren samentrekken en ontspannen (in samenwerking met calcium en magnesium).
-  je vochtbalans op peil blijft (in samenwerking met kalium). Daarmee heeft het ook invloed op de bloeddruk. 
- de zuurtegraad in het lichaam (in samenwerking met chloride).
Om deze lichaamsfuncties goed uit te kunnen voeren, zijn er naast natrium, dus ook andere elektrolyten nodig, waaronder calcium, magnesium en kalium. Deze vind je vooral in onbewerkte voeding, zoals groenten, fruit, peulvruchten, noten en zaden. Een goede balans tussen deze verschillende elektrolyten is nodig voor goede lichaamsfuncties. En hier ontstaat tegenwoordig ook vaak het probleem. 
Niet zout op zich, maar te veel ultrabewerkte voeding is het probleem
Ongeveer 80% van onze zoutinname komt uit (ultra)bewerkte producten. Zelfs zoete snacks bevatten zout, om het zoet extra naar voren te halen. Eet je veel bewerkte voeding, dan krijg je al snel te veel zout (natrium) binnen en bijvoorbeeld te weinig kalium, magnesium en calcium. Gevolg: een disbalans in de elektrolyten, suboptimale lichaamsfuncties en daardoor ongunstige effecten op onder andere hart- en bloedvaten en nierfunctie. We kunnen dus niet alleen zeggen dat zout op zich het probleem is. Juist het hele voedingspatroon speelt hier een rol in. Eet je voldoende onbewerkte, gevarieerde voeding met veel variatie, dan krijg je alle bouwstoffen binnen en kun je prima je eten op smaak brengen met een beetje zout. 
Hip zout
Gebruik je af en toe wat zout in een gezond en gevarieerd eetpatroon, maar raak je overweldigd door alle soorten in de supermarkt? Kies voor het goedkoopste zout (vaak keukenzout). Beter voor je portemonnee, maar vooral omdat het qua effect niet uitmaakt welk type zout je kiest. Himalayazout, zeezout of fleur de sel bevatten misschien wat andere mineralen, maar die hoeveelheden zijn verwaarloosbaar. Het hoofdbestanddeel is natrium in alle soorten (98-99%). En al deze zouten komen oorspronkelijk uit de zee dus ook daar zit geen verschil in. Eet je weinig vis, zuivel, eieren of zeewier? Dit zijn natuurlijke bronnen van het mineraal jodium (essentieel voor bijvoorbeeld je schildklier). Kies dan voor keukenzout met toegevoegd jodium.
Kortom
Zout heb je nodig, maar niet te veel en de balans met andere elektrolyten is belangrijk. Eet je zo onbewerkt mogelijk met veel groenten, fruit, noten, zaden en peulvruchten, dan krijg je voldoende elektrolyten binnen en is het geen probleem je maaltijd op smaak te brengen met een beetje zout. 

We hebben ons de afgelopen decennia, als het over voeding gaat, vooral gestort op het uitsluiten of juist extra toevoegen van brand– en bouwstoffen. Herkenbaar?

Artikel met alle ins en outs over vleesvervangers

Gaat het over gezond eten, dan wordt er al snel gezegd dat dit (te) duur is en daardoor niet voor iedereen haalbaar. Dit heeft gevolgen voor de voedselkeuzes die gemaakt worden en hoe gezond die zijn, want de prijs is daarin een belangrijke factor volgens het CBS.