vrouw-lachend-op-strand

Barbara Kerstens

Blog Voeding Leeft

In stilte

Op 25 juni hoorden wij dat Albert onderweg was op zijn laatste reis. Het was een uur voordat de borrel met het kantoor van Voeding Leeft zou plaatsvinden in een prachtige tuin. Het was prachtig weer en een prachtig moment. Het kon geen toeval zijn dat wij juist nu zouden samen komen, na maanden afstand. ‘Toeval bestaat niet’, zou Albert zeker zeggen. Even schoot er van alles door ons heen en toen kwam er rust en licht en een idee, met vuur, een cirkel en woorden. Alsof het zo vooraf geregisseerd was. 

Niets vermoedend druppelde iedereen binnen, met een grote glimlach van weerzien op het gezicht. De drankjes, de hapjes, het aanzicht. Alles klopte. Op de achtergrond maakten we het begin van een vuur. Takje voor takje, gestapeld. Drie grote houtblokken er omheen, symbolisch. Het vuur startte, eerst heel klein, gretig vervolgens met alle lucht die het nodig had. Genoeg om te verlichten, te verwarmen, te ondersteunen, te steunen. We nodigden de vrolijke mensen uit en deelden het bericht. 

Rondom de dansende vlammen vormden wij een gelijke cirkel, zij aan zij. We deelden blanco briefjes uit en pennen en vroegen om woorden voor Albert, ter ondersteuning van zijn reis naar het licht. We vroegen het aan allen, ook aan hen die hem niet fysiek  kenden, maar tenminste wel het liefdevolle werk dat hij achterliet. Iedere schakel van de cirkel van 30 man en vrouw had een boodschap op een briefje voor onderweg. Als dank of wat hij of zij Albert mee zou willen geven. Op ieders eigen moment werd het briefje meegegeven aan de vlammen. We bleven staan, en waren stil, geroerd. Geraakt. Met elkaar in het licht en in liefde. Met een glimlach en een traan. 

In stilte namen we afscheid van een dierbare vriend, soulmate en reisgenoot. In stilte glimlachten wij om de herinneringen en huilden wij om het gemis. In stilte luisterden wij naar de muziek en lieten wij ons er door meevoeren als door de wind. Met vleugels kwamen wij op plekken waar we niet eerder waren. In stilte zagen wij het voor ons en waren we in beroering. Geraakt door de ontmoeting van het verleden, geraakt door het verlies van vandaag. En morgen.

Het was 9 jaar geleden dat ik een andere huisarts zocht. Via een dierbare vriendin kwam ik bij Albert terecht. Voordat ik in zijn praktijk opgenomen werd wilde hij kennismaken. Als dokter tot patiënt dacht ik, als mens tot mens werd het. Van hart tot hart. Een gelijkwaardig gesprek startte, het begin van vele diepgaande gesprekken die volgden. Het begin van een samenwerking waarin we plannen maakten en uitvoerden, waarin we uren praatten en dan vervolgens aan de slag gingen. Met handen uit de mouwen. We hadden namelijk wat te doen in de wereld. Een gedeelde visie, een gezamenlijke missie. 

Ik zal dat eerste gesprek niet vergeten, net zoals de gesprekken die in zijn spreekkamer volgden. Gesprekken waar hij de tijd voor nam. We hadden een gelijke passie en daar maakte je tijd voor. Albert bracht me in verbinding met Martijn en daar ontstond de 2e vonk. Met een klein clubje buffelden we de eerste jaren, als pioniers, niets te gek of te groot. Niets onmogelijk, we gingen gewoon. We zetten met elkaar het eerste Alberts droom neer: het Arts en Voeding congres en op zo’n manier die ons paste, dicht bij onszelf, met diepgang, interactie en professioneel. De lat lag hoog voor ons. Het kostte ons echter weinig energie, omdat we afgestemd waren bij wat we te doen hadden. Sterker nog dit gaf ons energie, bergen energie. En zo gingen we met elkaar steeds een stapje verder en kwamen we op terreinen die we niet voor mogelijk hielden. Tot op de dag van vandaag.

We gingen samen op pad, we vouwden samen badges, we verwonderden ons over systemen en over het leven. We praatten over de bedoeling. We lachten, we deelden frustraties, we herkenden onszelf in de ander. We ontmoetten vele anderen. We aten en dronken op zoveel plekken, het meest bij Albert thuis. Aan de tafel in de keuken of in de spreekkamer. Daar waar het begon. In alle eenvoud, in de essentie en met zoveel diepgang. Dat was Albert en dat is Albert. Hij zal voortleven in de stappen die we zetten. 

Albert was een vriend, een dierbare vriend die er altijd was als je hem nodig had. Voor een lach en traan. Albert bekommerde zich om ons, om ons levenswerk, om wat we samen bouwden. Zijn rol veranderde in de loop der jaren, werd minder frequent en ondertussen krachtiger. Als spaceholder en als geweten van Voeding Leeft was Albert er altijd. In die rol zal hij er altijd zijn, nu aan een andere kant. Een kant die wij niet kennen, slechts kunnen voelen. Ik heb hoop en vertrouwen dat hij licht zal zijn, een ander licht en dat hij ons zal bijstaan als dat nodig is. Omdat dit ons werk is, ons gedeelde werk.

Dank je wel Albert dat jij er met ons was. In stilte nemen wij afscheid van jou als dierbare vriend.